Brugge stond al een tijdje op de to-do-list en nu bleek er een directe treinverbinding te bestaan tussen Kortrijk en Brugge. Kwam dat even mooi uit! Geen gedoe met onduidelijke Belgische wegen (daar ga ik ook nog een keer iets over schrijven), geen gedoe met het zoeken van een parkeerplaats, maar gewoon in- en uitstappen. Wat een genot!
Kijk, we zijn er al!
We kochten in Ieper een boekje over Brugge, maar om niet al te zeer als toerist over te komen, hielden we het boekje in de tas. Niet dat we op zouden vallen tussen alle overige zevenhonderd duizend toeristen, maar toch. Dientengevolge liepen we maar een beetje op goed geluk door de stad, maar dat maakte niks uit, want iedere straat was weer even pittoresk.
Echt overal waren torentjes, oude huisjes, nog meer torentjes, nog meer oude huisjes en grachtjes, die hadden ze ook. Ik raakte er ietwat door overweldigd.
Tijd voor zaken: op zoek naar bierwinkeltjes. Daar hadden ze er ook heel veel van.
En waar ze ook in grossierden in Brugge, waren kleurige tulpen.
En nog meer hoor, kijk maar:
Om de kleuren extra goed uit te laten komen, fotografeerde ik ook mijn eigen bleke voorkomen ernaast:
Gauw weer wat pittoreskiteit:
Ligt het aan mij, of drinkt deze ezel wat die geit zojuist uitkotste? Euwl…
Hier kon ik, bij gebrek aan kermis, het belfort wel op de foto zetten:
En wederom grachtjes en oude gebouwen en pittoreskesse galore…
Ik trok het niet meer, ik ging ten onder aan een overdosis pittoreskiteit. Het was tijd voor bier.
Dat vond Tom gelukkig ook. We bestelden bitterballen, maar die mislukten tot twee keer toe. Da’s ook knap.
En toen was het wel weer tijd om richting station te gaan. Wederom langs allerlei knappe oude gebouwen en torens. Houdt het dan nooit op?! Vooruit, nog één foto dan.
Zzzzzzz…