Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik ken Luik alleen als die ontzettend lelijke stad waar je, als je op weg naar het zuiden even een keer te veel met je ogen knippert en de afslag mist, nogal in kunt verdwalen. Niet echt een stad om in te gaan wandelen. Toch deed ik dat.
Het is me al een paar keer gebeurd dat ik zeer ongewenst in Luik belandde, omdat ik de Belgische verkeersaanwijzingen vrijwel steevast verkeerd interpreteer. Dit keer bleek Luik helemaal niet zo makkelijk te bereiken, want de treinreis ernaartoe verliep allesbehalve vlekkeloos. Het Nederlandse deel althans. Uiteindelijk bereikten we Maastricht toch en vonden we de trein naar Luik. En een tijdschrift om mijn Frans te oefenen.
Dat lukte niet echt. Mijn Frans is abominabel.
Van Luik wist ik ook dat ze een heel mooi station moesten hebben. Dat had ik een keer bij de Tour de France gezien.
Dat bleek waar! Wow!
Op het stationsplein deden ze ook nog allemaal leuke dingen met water. Zo was dit:
stiekem een golfslagbad. Je mocht er alleen niet in zwemmen.
Begin dit jaar was ik in Kortrijk en toen was er kermis. Dat noemden ze een foor. In Luik was er ook kermis, maar dat noemden ze een foire. Zo leerde ik toch nog wat Frans.
Kijk, nog meer foire d’octobre!
Ze hadden ook best wel mooie oude gebouwen. Wist ik niet.
En ze hebben natuurlijk ook de Maas. Of de Meuse, zoals ze in Liège zeggen.
We gingen richting citadel, die lag in deze wijk:
En daarvoor moesten we deze:
trappen op. Ik had ’s ochtends al wat moeite met de fietstocht naar het station, qua luchttoevoer, dus ik baalde dat ik mijn Ventolin niet bij me had.
Maar met af en toe pauzeren lukte het ook. Die oude mensen op de foto wonen hier en moeten dus echt iedere dag die trappen op en af voor alles wat ze buitenshuis willen doen. Ze woonden precies middenin, ook nog.
Kijk, boven!
Met uitzicht!
Bovenop de citadel was het heel mooi herfstig.
Het was er sowieso mooi. Als je een beetje om de industrie in het dal heen keek althans.
Deze trap moesten we al vrij snel weer af. Niet heel efficiënt als je het mij vraagt.
De route voerde gelukkig nog wel wat verder door bos en park.
Het was dus nogal herfstig. Maar vooral qua kleuren. De temperatuur was nogal zomers.
Via allerlei obscure buurten belandden we aan de overkant van de Maas.
Daar stonden we dus net nog. Op die heuvel.
In dit deel van de stad werd Dieven van Vuur van Ivo Victoria geënsceneerd. Met jeu de boules en sloopflats en alles!
Leest allen dat boek, trouwens.
De rest van Luik was precies wat je van Luik verwacht, dus ik maakte niet zo heel veel foto’s meer. Behalve van het station:
Hoi Tom!
We gingen terug naar Maastricht, maar stapten eerst nog uit in Eijsden.
Wisten jullie trouwens, even tussendoor, dat de Belgische treinen zonneschermpjes hebben die je naar eigen believen naar beneden kunt trekken? Ik vond het echt een supermooie feature.
Kijk, daar ligt België, maar ik sta gewoon in Nederland hoor. Vraag is wel hoe die rivier hier nu heet.
Het enige terras aan het water (daar liggen mogelijkheden voor de Eijsdense VVV) was vol, dus togen we naar het dorpsplein voor bier en bitterballen. Hier konden we ze tenminste bestellen. Mijn Limburgs is beduidend beter dan mijn Frans.
Terug naar de trein, we moesten nog eten in Maastricht.
In Eijsden was het ook herfst.
Ondertussen ging de zon langzaam onder en dat leverde, zelfs van achter een treinraampje, mooie beelden op:
Kijk, in deze trein zaten we:
Maastricht ❤
Een paar weken gelden aten we ook bij dit Indiase restaurant en dat beviel zo goed dat we op herhaling gingen.
De vis werd opgediend in een vis.
De kip in een koe. Vreemd.
Goed, we aten en togen terug naar het station, we moesten immers nog naar Utrecht.
Het was lekker rustig in de trein, wat me mooi even de gelegenheid geeft om nog een laatste verhaaltje te vertellen. Toen deze ‘nieuwe’ dubbeldekkers nog echt net nieuw waren, zat ik er ooit eens in toen ik redelijk stoned was (we hebben het over de roaring jaren negentig). Ik had toen sterk het idee dat ik me in een endeldarm bevond en sindsdien is dat nog steeds(!) mijn eerste associatie. Als iemand iets beters weet: ik ben een en al oor!
Ik dacht dat het abDominabel was. Gek hè. Maar jij hebt ongetwijfeld gelijk. Ik heb nog nooit het gevoel gehad in een endeldarm te zitten. Maar het geboortekanaal weet ik nog wel. Ons mam was daar ook bij. Dat waren nog eens tijden.
Ik ga de ab(d)ominabel even opzoeken 🙂
Ja, man, dat geboortekanaal, dat was me wat. Maar toen was ik niet stoned.
http://www.encyclo.nl/begrip/abominabel