Vakantie betekent in mijn geval: zo veel mogelijk nieuwe dingen zien en doen, dus op dag 2 gingen we al vroeg op pad. Hup hup, het was tijd voor een stadswandeling door Kortrijk.

Zo zagen we bijvoorbeeld de Onze Lieve Vrouwekerk. Daar was iedere dag een begrafenis. Gezellig.

Van ons hotel naar deze kerk moesten we over de Guido Gezellestraat. Dat ik hierboven ‘gezellig’ zei, is echt eerlijk waar, puur toeval.
Gauw door naar het mooie begijnhof. Iedere zichzelf respecterende stad heeft een begijnhof. En later als ik groot ben, wil ik in zo’n hof wonen.



Tom nam ook foto’s.

Kijk, daar heb je die kerk voor al uw begrafenissen weer.

Gaaf toch, zo’n huis?!
Op naar de volgende kerk. Die was gewijd aan mijn broer:




En hier heeft Sinterklaas Jezus op zijn staf gehamerd. Ik weet verder ook niet waarom. Door naar het Groeningemonument…

Hemel, wat is dat lelijk! Maar goed, ik zou ook uitbundig vieren dat ik de Fransen uit mijn land gejaagd had, al is het maar omdat je ze dus niet verstaat, die lui.
Er hoort ook nog een poort bij, de Groeningepoort:

De mooie oude binnenstad werd nogal ontsierd door de alom aanwezige kermis. Echt overal doken nieuwe attracties en eetkraampjes op. Mede hierdoor heb ik het belfort niet op de foto kunnen zetten. Overigens bleek de kermis wel een uiting van eeuwenlange tradities en volkscultuur, dus was ik niet te beroerd om wat meer kennis hierover tot me te nemen. We bleken te maken te hebben met de zogenaamde Paasfoor.

Er stonden heel veel van dit soort borden, de meeste boden informatie over de Paasfoor door de eeuwen heen. We kwamen ook nog wat Utrechtse historie tegen, hoe leuk is dat!

Ik snap dat dit niet heel best te lezen is, maar het gaat over de wafels van de familie Consael, die ook jarenlang de poffertjeskraam op de Neude hebben uitgebaat.
Maar goed, al met al hadden we het wel een beetje gezien in Kortrijk, dus was het tijd voor deel twee van deze dag: een bezoek aan de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Gezellig!

Dit is nog geen oorlogs-, maar wel het gewone kerkhof van Ploegsteert. Hier ergens ligt wielerlegende Frank Vandenbroucke begraven. Zijn legendarische status ontleent hij overigens niet per se aan zijn wielerprestaties.
Bovenstaande foto zet wel een beetje de toon voor de rest van de reportage. Kijk maar…


Hier word ik altijd een beetje treurig van. Sowieso ben ik bovenmatig gefascineerd door de waanzin van de Eerste Wereldoorlog. Vooral omdat deze toch best wel belangrijke oorlog in mijn gehele schoolperiode ongeveer nul keer besproken is.
Even terzijde: ik las echt een aantal prachtige romans over deze periode, uiteraard allemaal geschreven door Vlamingen en niet door Nederlanders. Mag ik jullie van harte Godenslaap, Post voor mevrouw Bromley en Oorlog en Terpentijn aanraden?

We onderbraken de stroom van begraafplaatsen even met een bezoek aan dit museum:

Daar hadden ze heel mooi, zakelijk en helder de waanzin van de loopgravenoorlog nog maar eens in beeld gebracht. Met o.a. een animatie van het verloop van de linies. Dat zag er soms zo uit:

Die vlaggetjes verplaatsten zich dus steeds en soms kwamen er nieuwe vlaggetjes bij. Ik werd er een beetje lacherig van.
Enfin, voort ging de wandeling. Zo eenvoudig als alle graven zijn, zo pompeus zijn sommige van de monumenten:

Later kwamen we hier nog een keer langs, maar dan met de auto. Inmiddels was het er heel druk met militairen, vaandels, een priester en diplomatieke auto’s. Het was de laatste vrijdag van de maand en dan blazen ze hier The Last Post. Ook was het ANZAC-day, dus waren er allerlei Australische en Nieuw-Zeelandse hoogwaardigheidsbekleders aanwezig.


Het landschap is er werkelijk vergeven van de grote en kleine begraafplaatsen. Het heeft op mij altijd een nogal beklemmende uitwerking. Tijd voor een neutrale foto dus:

En weer door!

Dit is een foto van een monument voor misschien wel de allertyperendste gebeurtenis van de waanzin van de Eerste Wereldoorlog. Hier wordt The Christmas Truce herdacht, toen de soldaten van beide zijden het met Kerst niet zagen zitten om elkaar aan te vallen en op eigen initiatief een staakt-het-vuren afkondigden en volgens de overlevering zelfs tegen elkaar voetbalden. Met de kennis van nu: hierna zaten ze er nog bijna vier jaar, in die loopgraven.
Nog meer begraafplaatsen:


En maar weer even een foto van de natuur:


Alsof we nog niet genoeg WOI-ellende tot ons genomen hadden, trokken we verder naar Ieper. Met de auto hoor, we hadden wel weer even genoeg gewandeld.

Ik was al drie keer eerder in Ieper, maar woonde nog nooit The Last Post bij. De eerste keer dat ik in Ieper was, was dat wel de bedoeling, maar doordat enkele leerlingen de tijd vergeten waren en nog in de pizzeria zaten, hebben we die toen gemist. De andere twee keren is het er gewoon niet van gekomen, dus nu wilde ik het toch wel graag een keer meemaken.
We waren mooi op tijd, want het was nog redelijk rustig toen we bij de Menenpoort aankwamen:


Het was koud en Tom was het zat, dus ging een stukje lopen om het weer warm te krijgen. Hij nam foto’s van eendjes:

Ondertussen stroomde het voller en voller:

En uiteindelijk zag ik helemaal niks:

Toch was het een indrukwekkende ervaring, ook al zat er een Carnaval Festival-sample in The Last Post en moest ik daar een beetje om grinniken en ook al stond er een volwassen vrouw met een Frans Bauer-mutsje voor me. Zelfs ondanks al die afleidende elementen dus.
Inmiddels was het veel te koud voor de T-shirtjes waarin wij ’s ochtends vertrokken waren, dus was het tijd om de plechtigheden te verlaten en gauw terug te rijden naar het hotel in Kortrijk. Er wachtte ons nog een dag vol van indrukken.