Het leek kortebroekenweer te worden, dus trokken we onze korte broek aan. En we togen naar een Vogelpark. Dit telde als onze dierentuin van deze vakantie (en nu hebben we een reden om nog eens terug te keren, want Odense Zoo staat nog op de to-do-lijst).

Ook hier traden louter grote namen op:

De mevrouw bij de kassa sprak niks anders dan Deens, maar dankzij mijn cursus Zweeds, verstond ik zomaar hoeveel we moesten betalen. Niet dat ik dan wist hoeveel geld we kwijt waren, maar ik telde het als een succeservaring.
En ook hier hadden ze schattige huisjes:

En, logischerwijs, heel veel vogels. In werkelijk alle soorten, kleuren en maten:



Deze kaketoe kon een heel grappig kunstje: hij liep met behulp van z’n snavel langs het gaas. Eigenlijk vond ik het heel zielig, maar hij leek het zelf best geinig te vinden. In ieder geval wilde hij het heel graag aan ons laten zien.
Loopvogels waren er ook:

En vrijeuitloopvogels:

Deze eendjes waren ontsnapt, maar keerden steeds weer braaf terug naar hun soortgenoten als het te spannend werd. Echt superschattig.

Hier hoorden ze bij.

Deze kraanvogel liep onwijs te pronken. En steeds met ons mee.

Hihi, en deze struisvogel rende als een meisje.

Ondertussen werden er allerlei moeilijke filosofische kwesties aangeroerd.
En er waren cavia’s:

Er waren ook ratten, maar we werden het er niet helemaal over eens of die er nu hoorden of meer een soort ongewenst kraakvolk waren. Ze hadden in ieder geval geen eigen informatiebordje.
Inmiddels was ik wel een beetje klaar met de vogels en ik kreeg ook allemaal hoestbuien enzo, wat mij doet vermoeden dat ik niet alleen allergisch ben voor onze kat en pollen.
Het was tijd om door te gaan naar Assens, volgens onze reisgids een heel leuk en gezellig plaatsje.

Dat viel een beetje tegen als je al een hoop leuke, gezellige plaatsjes had gehad.
Ze eerden in de haven wel hun plaatselijke held:

En ze hadden er wederom schattige huisjes:


Ze hadden er ook een ‘miniby’. Tom stelde zich daar een oud, goed geconserveerd centrum bij voor. Ik een soort Madurodam. We bleken beiden ongelijk te hebben, want het was een nogal treurige vlakte met huisjes uit Assens in het klein. Ik zat er wel het dichtste bij, maar de teleurstelling kon niet groter zijn:


Hier sta ik op het dak, woehoe!

Hier moest Tom van mij poseren om te laten zien op welke schaal de huisjes waren. Had ‘ie niet heel veel zin in, maar hij deed het toch!
Het was tijd om door de rijden naar Faaborg, maar wel via een vuurtoren:


Er zijn dus gewoon mensen die naast deze vuurtoren wonen, op de punt van een heel tof (schier)eiland. Wat een helden!
Zei ik al dat het een heel tof eiland was?



Bij de uitgang van het eiland…

…vonden we een steen met een bordje. De steen was ontdekt bij een boerderij tijdens het ploegen en er zaten gaten in en… nou ja, dat was het zo’n beetje.

We wandelden nog een stukje, maar de paaltjes waren heel onduidelijk gepositioneerd, dus we gingen dezelfde weg terug, uiteindelijk.



We verlieten het eiland via de dam, waar ik met gevaar voor eigen leven een foto van maakte:

Onderweg kwamen we nog langs een slot, maar dat was niet echt te zien, dus nam ik maar een foto van de kerk:

We gingen door naar Faaborg.

Daar hebben ze een van de twee bewaarde stadspoorten van Denemarken. De andere staat in Stege, op Møn. Daar waren we ook al eens. Dat betekent dat ik alle twee de stadspoorten van Denemarken heb gezien. Dat betekent vast iets.

De poort keek heel verbaasd.

Ook hier weer leuke huisjes. Overal leuke huisjes!


En een tamelijk opvallende kerk.
Inmiddels was het echt superkoud en onze truien lagen in de auto, dus kochten we nieuwe. Ik probeerde daar een foto van te maken:

Maar zoals ik eerder al zei: ik ben niet zo goed in het maken van spiegelselfies. En ik had het dus ook heel koud. En het was in een openbaar toilet. Eigenlijk weet ik niet zo goed waarom ik deze foto überhaupt plaats.

Oh ja, ik weet het weer: omdat ik wilde laten zien dat mijn trui zo mooi kleurde bij de kerk!
We gingen een boekhandel in waar ze bier verkochten. De vriendelijke mevrouw ging de bijbehorende folder erbij zoeken, maar wist niet of die ook in het Engels was en toen zei Tom dat ik ook Deens kon lezen en toen was ik heel trots.

Om meteen maar extra te oefenen, kocht ik twee boekjes van Rasmus Klump, die bij ons gewoon Pol (van Pel en Pingo) heet.

Ik hoopte dat ik daar die blauwe muts bij zou krijgen, maar dat was niet zo.
We liepen nog even verder.

Huisjes.
Bij de lokale Tourist Info hadden we een foldertje gevonden over een enorme ‘burial site’, Pipstorn. Daar gingen we ook nog heen, want dat vinden we gaaf, oude stenen.

Hier dachten we dat we er al waren, maar dit bleken andere hunebedden. Ook mooi.



We reden verder en vonden toch de juiste plek:





Hier lag niemand begraven (denk ik), maar het was gewoon een mooi moeras.

Tom ‘ser efter tog’.

Nee hoor, niks!

Naaktslakken! Normaal zijn er altijd heel veel naaktslakken als ik in Denemarken of Zweden ben, maar dit jaar hadden we er nog nauwelijks een gezien. In Pipstorn Skov werd dat gemis ruimschoots goed gemaakt. Euwl!

Hier zie je een of ander Middeleeuws drainage- en landbouwsysteem. Of niet.
We waren op weg naar Svendborg, want daar gingen we eten. Achteraf hadden we dat al veel eerder in de week moeten doen, want het was én dichter bij Lundeborg én ze hadden er veel meer keus. Hoewel dat het ook wel weer lastig maakte, want bij een te groot aanbod kan ik ook niet meer kiezen.

Bij dit restaurant deden ze aan pubquizzen, dus dat leek me een prima aanbeveling.

Hier gingen we dan ook eten.

Ook hier hadden ze allemaal leuke reclameborden aan de muur. Later als ik groot ben, ga ik oude reclameborden sparen.

Ik beleefde een avontuur op de wc, want het papier was op. In beide toiletten, dus ik moest naar de heren. Maar daar liep je meteen tegen een urinoir aan en dat is altijd een beetje gênant, want je weet nooit… en nou ja, ik vond het best eng. Ik regelde wel wc-papier.

Door al dit gedoe was ik zo ontdaan dat ik de zeeppomp niet snapte, want die was automatisch, en toen was er ineens overal zeep en daar schrok ik dan weer een beetje van en toen ging de automatische handenblazer aan en toen moest ik best wel om mezelf lachen. ALSOF WE DIT VERDORIE IN NEDERLAND ALLEMAAL NIET HEBBEN!
Goed, niemand kwam ons een tweede drankje aanbieden, dus het was tijd om te gaan.

Ik vond dat Svendborg ook minimaal één foto verdiende, dus ik fotografeerde de kerk.
En deze fiets…

…die ik heel graag wil hebben.
In de haven lag een schip uit Stavoren:


En er lagen ook nog andere schepen. Maar inmiddels was ik wat overvoerd met indrukken, dus ik stopte met fotograferen. Het was tijd om voor de laatste keer naar Lundeborg te rijden.